zondag 23 april 2017

Cannonballrun


Met het stof nog in mijn neus kopen we nog een paar binnenbanden (je weet maar nooit...). Omdat het vrijdag is (bij ons vergelijkbaar met een zondag) duurt het wat langer om dit te krijgen en om de tijd te doden lopen we vlak bij het hotel nog even de vleesmarkt op...tja, alles ligt hier gewoon in beeld...



Vanuit Midelt rijden we weer in de richting van Fes. We gaan dwars door de Midden Atlas.


We verlaten al snel de route die de meeste mensen naar Fes nemen en rijden de oude weg naar Fes. Een prachtige eenzame weg door niemandsland. Een kaarsrechte weg door desolaat landschap. Soms denk ik echt in de VS te rijden, maar niets is minder waar.



We slaan al snel af in de richting van het Massif de Tichchoukt en rijden in de richting van  de Mousa ou Salah. We stijgen en stijgen en zitten al snel weer op ruim 2000 meter.




Onderweg stoppen we bij een prachtige waterval. Ongehoord mooi en geen buitenlandse toerist te ontdekken.


In Fes nemen we afscheid van twee reisgenoten en wij gaan de laatste Marokko-etappe rijden in de richting van de boot in Tanger. Vierhonderd kilometer fun..

We rijden door het gebied van Taounate, ook wel bekend als de wiet plantage van Marokko. Bij mij nu bekend als het gebied van de Cannonball run.


Ik heb al heel wat gevaarlijke wegen gezien op aarde, maar deze past moeiteloos in de top 3. Alles is onbetrouwbaar aan deze weg:

  • glad asfalt
  • gaten in het asfalt
  • idioten op het asfalt
  • idioten uit de andere richting inhalen op plekken waar je denkt....nou nou...
Maar goed...tempootje aanpassen en de gekte laten passeren. Net als die Mercedes 190D uit 1984 die een bus inhaalt vlak voor een blinde hoek...wat een gekkenhuis. Gerjan vindt het allemaal prachtig en lacht zich helemaal slap. Vanuit een rij-instructeur perspectief ben ik blij dat ik heelhuids bij de volgende pomp sta. Waar ons schaamteloos 10 kg hash wordt aangeboden. We slaan vriendelijk af met de opmerking dat we al 10 kg hebben...;>))


We rijden na deze gekte het laatste stuk naar de Middellandse zee naar het Pointe des Pêcheurs. We eten in El-Jebna onze buik compleet vol met de lekkerste sardines op aarde (met een beetje zeezout op de grill) en genieten van het waanzinnige uitzicht op de mediteranée.



We krijgen een prachtig 'dessert' in de vorm van een 150 kilometer lange racebaan naar Tetouan. We genieten van de laatste meters Marokko. De vergelijking met highway nr 1 van LA naar San Francisco kan deze weg met gemak aan. Wat een land, wat een variatie!



We steken met de boot over en in Spanje krijg ik nog een keer te maken met de flat tire blues. Op de snelweg voel ik dat mijn band leeg is en ik neem een afslag waar ik inmiddels als een full prof de band in 45 minuten verwissel. Ik fluit een liedje terwijl ik de band het laatste zetje over de rand laat glijden (tip van Gerjan: ' sing a song'...en wacht....) en denk met een glimlach terug aan dit prachtige avontuur. Marokko, tot de volgende keer!



woensdag 19 april 2017

Flat tire-blues


 We vertrekken uit de Gorges du Todra in de richting van de woestijn. We verlaten Tinghir en gaan al snel de middle of nowhere in. Een waanzinnige rit door een ‘John Wayne’ achtig landschap volgt. We stijgen en stijgen en de rotsen worden zwarter en zwarter. Een vulkanisch landschap met de temperatuur van de woestijn. 


Je voelt echt dat je dichter bij de woestijn komt. De temperatuur loopt al snel op naar een graadje of 36.


De weg slingert zich door dit onwerkelijke landschap. Het lijkt net of Johan Wayne elk moment de hoek om komt zetten. Links en rechts torenen de rotsformaties boven ons uit, we voelen ons klein.


We gaan verder via het asfalt naar Merzouga, waar we erachter komen dat onze motorfietsen alleen geschikt zijn om wat foto’s in de zandduinen te maken. We laten ons daarna het bier goed smaken in een waanzinnig zwoele lenteavond.


De volgende ochtend rijden we in de richting van Erfoud. Je kunt zien dat deze omgeving een walhalla is voor de motorsport minded mensen. Werkelijk overal zie je grote groepen met 4x4 auto’s, quads en motoren. Ik krijg er steeds een minder gevoel over. Gelukkig is  Gerjan Leppink een mooie uitzondering. Als er één iemand is die toeristische oorden haat, dan is hij het wel. Gerjan is een meester in het vinden van on-ontdekte paadjes. Prachtig te zien hoe hij met zijn levendige charme contact maakt met de plaatselijke bevolking, hen informatie vraagt en aan de hand van kaarten ‘en doen horen zeggen’ routes in elkaar frutselt.



Een mooi voorbeeld is de etappe van vandaag. Een etappe niet voor iedereen, in de middle of nowhere. De GPS-route wil niet opstarten. 

Gerjan legt de route uit: je rijdt na de beschoeiing rechts het pad op. Links ligt de vallei met asfalt, rechts daarvan ligt een doorgang op de berg. Daar gaan we naar toe. Boven aangekomen gaan we naar links en rijden in de richting van de platte berg. Hou deze altijd in het vizier. Raakt je ‘m uit het oog dan kun je echt zwaar in de problemen komen. Voor de platte berg gaan we naar links en rijden om de duin heen naar het asfalt.
Tja, en dan ben je dus 2 uur verder….waanzinnige rit door de woestijn. Dakar!


Dit wordt ook een beetje een bijltjesdag. In de woestijn rijd ik weer lek. Plakken bij een graadje of 35. En een uur kwijt. 



Ik rijd die dag nog twee keer lek, mede door te rijden met de geplakte banden. We komen hierdoor in het donker te rijden en gelukkig heeft Gerjan veel terreinkennis om uit de vallei te komen (ik had anders een slaapplek gezocht in een dorpje of langs de weg). Hoop geleerd onderweg. Ik had beter materiaal (betere stenen band en betere binnenbanden) moeten meenemen. Uiteindelijk aan het einde van de reis ben ik 6 keer met mijn band bezig geweest.


De laatste passage aan het einde van de dag is er een van ongehoorde schoonheid. Mede door het prachtige avondzonnetje rijden we door een sprookjesachtig landschap met gele bloemen, blauwe luchten met wolken en een landschap om te zoenen. Mijn fotograven hart bloedt, we moeten namelijk doorrijden want de nacht slokt ons bijna op.



De laatste twee uur onverhard rijden we in het donker, beetje heroïsch. Uiteindelijk bereiken we het asfalt en rijden het laatste uur over een normale weg richting Midelt waar we ons verhaal vertellen aan de rest van de groep onder het genot van een halve kip, frites en een koude pint. Volgend jaar maar weer een strandvakantie..hahahahahahah  







maandag 17 april 2017

Canyons zonder waarschuwing


We verlaten het hectische Fes en gaan zuidwaarts in de richting van Ifrane. We rijden al snel het Foret de Cedres (bos van de ceders) in. Dit park ligt op bijna 2000 meter en staat vol met enorme cederbomen. De geur van de naalden dringt diep onze helmen binnen. We rijden door een landschap van valleien, dan weer door ceder bossen waarna de weg weer een prachtig open vlakte doorkruist.




De rotspartijen staan hoe dan ook weer hoog boven ons uit te torenen en we rijden veel onverhard. Apen kruisen ons pad..


Op de snelle piste geef ik de Africa Twin even lekker de sporen en sta te dansen op de steps. Heerlijk om de diepe gaten en keien heen.
Ik mis een flinke kei en ik vermoed dat ik lek gereden ben. De eerstvolgende bocht geef definitief uitsluitsel…elk foutje wordt hier wel afgestraft….dat wordt plakken….

Ik rij nog even door naar een schaduwplek en even later stoppen er collega motorrijders en samen klaren we dit klusje. Ook gaaf aan motorrijden…altijd zijn mensen bereid je te helpen. Gaaf!

We dalen af en rijden door een prachtige vallei in de richting van de Sources de l’Oum-er-Rbia. We slaan ons kamp op bij een prachtig stuwmeer en genieten onder het genot van een koud biertje van de heerlijk ondergaande zon. 



Vanuit de Sources de l’Oum-er-Rbia rijden we een lange rit van ruim 400 kilometer en rijden via een mooie vallei richting de Hoge Atlas.
Elke keer als ik in dit gebergte kom word ik verrast door de schoonheid, ruigheid en imposant-heid van deze bergrug. We gaan uiteindelijk over 3000 meter. 





In de aanloop gaan we door tal van canyons die de vergelijking met de Grand Canyon aankunnen. 


De grootsheid van de gesteentes en de diepte van de kloven is immens. Je kunt op de foto nauwelijks laten zien welke enorme diepte hier speelt. Als je aan de rand staat (in tegenstelling tot de parken in de VS staat hier geen enkel waarschuwingsbordje ;>)) is de diepte duizelingwekkend. Adembenemend.

Ook heeft de Hoge Altlas een donkere zijde. De mensen die er leven zijn echt straatarm. Kinderen lopen in vieze vodden over straat en bedelen om alles wat los en vast staat. Eigenlijk kansloos vanaf de start. Ik kan me voorstellen dat als ze de rijke westerlingen zien met al hun mooie spullen en geld dat ze de oversteek naar een beter leven erop wagen. Misschien dat we alle mensen die zo hard tegen ‘gelukzoekers’ ageren een weekje tussen deze mensen moeten laten leven.




We sluiten de dag af met een rit door de Gorges du Todra, een werkelijk adembenemende vallei. De kloof toornt huizenhoog boven je uit en laat je je als mens klein voelen.



We checken in ons hotel in en naar wederom een geweldige maaltijd dromen we over canyons die hun weerga niet kennen.


zondag 16 april 2017

Eifel met moskee


We verlaten het prachtige stadje Chefchaouen en trekken al snel het Rif Gebergte in. Ik heb geen idee wat ik moet verwachten, maar wat ik aantref is prachtig!

Het is werkelijk waar de graanschuur van Marokko. Groen welvend graan tot zover je ogen kunnen kijken. Door de harde wind vandaag wuiven de korenaren dat het een lieve lust is. Prachtig om naar te kijken en doorheen te rijden. De harde wind waait af en toe zo hard  de kier van je helm in dat je de adem ontnomen wordt.


Vanuit de groene velden rijden we door prachtige pijnboom wouden. De heerlijke geur van de naalden dringt diep onze neusgaten in.  We slingeren tijden door deze mooie wouden. Soms denk je dat je in Frankrijk, Spanje of Portugal aan het rijden bent, heel bizar.



Op de velden groeit het koolzaad dat het een lieve lust is en de geur van deze bloemen is staat voor mij gelijk aan voorjaar in de Eifel (hoef ik aan die-hard motorrijders niet uit te leggen).  Ik denk soms elk moment om de hoek een dorpje aan te treffen met een restaurant waar je schnitzels kunt kopen. Maar nee, dorpjes met een moskee verraden toch echt iets anders. En anders helpen de gaten in het wegdek ons herinneren.
Als je last hebt van hooikoorts is dit geen geschikt moment hier te zijn… alle kruiden die in bloei staan geuren en laten dikke wolken met stuifmeel los.


Als we de laatste hoge bergtop over zijn ligt Fes op ons te wachten. Vanuit het grote niets ligt er opeens een mega stad op je te wachten (Fes heeft 1,5 miljoen inwoners). Even later rijden we het gekkenhuis van deze grote stad en toeristentrekpleister binnen en kruisen de brommers met hotel-lokkers ons pad.



De dag erna blijven we in Fes en rijden we een ‘rondje Fes’ van 400 kilometer. We gaan vroeg weg zodat we in de namiddag nog even de stad in kunnen.

Na een klein stukje snelweg bij een graadje of 9 (brrr) slaan we af in de richting van het nationale park Jbel Tazzeka. We rijden al snel over een prachtige kleine bergweg tussen de kurkeiken. Echt prachtig. Het asfalt is niet zo van heel goede kwaliteit dus het is flink uitkijken in de bochten.
Als er uitzicht is op de hogere bergen om ons heen zien we sneeuw. 


We weten dat we die richting opgaan. We waren van de voren gewaarschuwd op tijd te tanken aangezien we echt de bush-bush in gaan. Dat doen we graag..

En bush-bush is het. Aan de weg komt geen einde en we gaan hoger en hoger. De bomen verdwijnen en je ziet dat de elementen het landschap kaal en dor maken. Het asfalt ligt er al een tijdje en je ziet dat het geen zin heeft het te vernieuwen. De winter maakt er korte metten mee. We rijden dus om de gaten heen en genieten volop van dit semi-offroad rijden. Aantal tegenliggers onderweg? Welgeteld 1..in 2,5 uur...



Stijgen en stijgen. En stijgen. We komen uiteindelijk ruim boven de 2000 meter en de huizen van de bewoners zijn van klei en hout. Wat een ongelooflijk primitief leven hebben deze mensen toch.


Na het stijgen dalen we weer naar beneden en het wordt warmer en warmer. We komen uiteindelijk in het dal en tanken onze motoren af (de dorstige KTM moest onderweg even ‘primitief’ worden bijgetankt bij de lokale gas-boer).

We rijden via de snelweg terug en tikken 400 kilometers af. We douchen even snel en stappen in de taxi naar het centrum van Fes. Ik moet zeggen een minder gekkenhuis dan Marrakech.
We bezoeken de beroemde leerlooierijen, helaas staat het zonnetje niet mooi op de gekleurde bakken, dus ‘my best shot’ is deze..



We slenteren heerlijk door het centrum en bezoeken diverse winkeltjes en op een dakterras genieten we van een prachtig overzicht van de stad bij de mooie middagzon.






We verheugen ons op de dag van morgen waarin we nog dieper Marokko zullen inzakken.