woensdag 28 juni 2017

De dood of de gladiolen


"You can't love the death, you can't love the loss. But you can't love the thrill and excitement without knowing that's a part of it." - Bridget Dobbs

Deze quote komt van de echtgenote van één van de eerder omgekomen coureurs een aantal jaren geleden en het is de glorie en de tragedie van dit evenement in een quote samengevat.

Je moet bereid zijn te sterven als je hier racet. De kick van het kunnen omkomen maakt deze race uniek. Tezamen met het lange, bochtige en van gemene hobbels voorziene circuit – je hebt drie TT races nodig het een beetje onder de knie te krijgen- is het een combinatie van ingrediënten om zo dicht mogelijk bij de dood te komen.


Je kunt op verschillende plaatsen op het circuit kijken. Er is immers 60 kilometer tribune..
Elke dag wordt het circuit- een openbare weg- afgesloten en beginnen de trainingen en races. Elke eilandbewoner weet dit en houdt er rekening mee. Het hoort gewoon bij het eiland. Kom daar in de Nederlandse klaagcultuur maar eens mee aan..


Er zijn uiteraard populaire plekken en we proberen elke dag wat uit. Ik vergeet niet meer de eerste keer dat de motoren langskomen. Een aanzwellend lawaai vanuit de verte die steeds harder en harder wordt, een motor die in de remmen gaat, de bocht neemt en dan weer VOL op het gas weg accelererend. Op naar de volgende bocht. Waanzinnig. En nog één. En nog één. Wauw.



Als je op maaiveldniveau gaat staan merk je pas echt wat een snelheden er gehaald worden. Op het snelste stuk wordt er tegen de 330 kilometer per uur gereden. Als je er staat voel je de snelheid in al je vezels langskomen.



Wat leuk is dat op de momenten dat het circuit ‘open’ is je gewoon over het circuit kunt rijden. Het is een mooie beleving en moeilijk te bevatten hoe hard de toppers hier over heen gaan. Al die bobbels en ‘dips’, als je daar met 200+ doorheen gaat weet je als motorrijder dat sturen daarna door het lichte voorwiel lastiger is.



Als coureur moet je dus 60 kilometer met een topconcentratie rijden. En dat 6 ronden lang. Je moet kapot zijn als je van de motor komt.

De races zijn mooi om te bekijken. Er wordt gestart in volgorde van trainen. Hoe beter je traint, hoe meer voorsprong je hebt. De rijders worden om en om gestart. Zo is er ook een betere spreiding en is het als publiek goed te volgen. Iedereen loopt met radio’s om het verslag te volgen. Prachtig in het tijdperk van multimedia en grote video-walls. Dat werkt hier gewoon niet!


Een andere dag kijken we naar classics. Deze oude motoren, veelal twee takten racen op een apart circuit. Echt heel mooi om naar te kijken, bij mij kwamen nostalgische gevoelens naar boven van de racerij in oude tijden. Kippenvel op mijn armen bij het passeren. Veel liefhebbers doen mee met deze races en het gaat er pittig aan toe!



Het weer is wel wisselvallig, er worden veel trainingen afgelast en verplaatst. Gelukkig kan ik voor ik wegga nog een paar races kijken en ik geniet. Op de momenten dat het zonnetje schijnt geniet ik van de warmte, de sfeer en de mensen om me heen.
Op de camping staan zo’n 300 landgenoten. Normaal zou ik dit vermijden, maar het mooie aan motorrijden is dat het allemaal mensen met eenzelfde passie zijn, je hebt altijd iets om over te praten.

Op de dag dat ik wegga stormt het (windkracht 7) met slagregens. Ik pak mijn tent in de stromende regen in. Ik stap op de boot naar Dublin, we steken de Ierse Zee met windkracht 8 over. De captain wenst ons succes.  De penetrante lucht op de toiletten en de sporen over de railing spreken boekdelen: niet iedereen kan tegen de deining. Gelukkig heb ik er geen last van .



In de dagen daarna hoor ik dat er 3 coureurs binnen 24 uur overleden zijn. Hierbij een Nederlander die furore wilde maken op Man. Hij moet het in zijn tweede jaar met de dood bekopen.


Jochem van den Hoek, Davey Lambert en Alan Bonner. Jullie zijn in een illuster gezelschap. Rust zacht.

(bron foto: http://performanceracing.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten