U mag hier naar beneden lopen.
OK.
Ik zet mijn voet op de eerste, diepe, trede van het
massagraf. Jemig. Een massagraf, mag ik erin?
Ik loop trede voor trede naar beneden. Ik loop tegen de
achterkant van een paar doodskisten aan. Ik kijk naar links en zie alleen maar
kisten. Ik kijk naar rechts en zie in het schijnsel van de binnenstromende zon
door de opdwarrelende stofdeeltjes schedels, botten en nog eens botten.
Mijn zintuigen beginnen weer te werken. Wat ruik ik? Ik kan
het niet uitleggen. Een combi tussen mufheid, stof en oude doeken. Dat laatste
kan wel kloppen, er is ook veel kleding van de slachtoffers in de kelder.
Bizar.
Ik mag eigenlijk niet fotograferen, maar de vrouw die mij
rondleid kan niet meer naar beneden zegt ze. Ik stel toch snel mijn camera in
omdat ik wil laten zien wat hier is gebeurd en wat er nog steeds gebeurd in de
wereld. Onbeschrijfelijk welke gevoelens
er door me heen schieten. Hoe kunnen mensen elkaar dit aandoen?
Even daarvoor ben ik in de kerk vlak naast het massagraf geweest. Alle
plaatsen die ik heb gezien hebben daken met daarin allemaal kleine gaten van de
granaten die er naar binnen zijn gegooid. Kerken waarvan de mensen dachten dat
ze veilig zouden zijn. Niets was minder waar.
Koelbloedig werden er granaten
naar binnen gegooid (de gefotografeerde ramen zijn zwaar beschadigd door de granaten) en daarna werd alles wat ademde met een manchette
‘nabewerkt’.
Ik hoor en lees ook dat er priesters waren die vanuit lijfsbehoud
de kerk overgaven aan de Hutu’s. Allemachtig.
De kerkbanken liggen vol met kleding van de mensen die er
gestorven zijn, heel macaber. Ik mocht geen foto’s maken en ik begrijp het.
Even daarvoor ben ik in Ntanama en zie daar een
gelijksoortig verhaal. Ik heb geluk en ben de enige die wordt rondgeleid. De
man blijft maar vertellen. En het is shocking. Deze massamoord is al bezig
sinds 1960. De beste man verteld met dat deze provincie, Bugesera, al sinds die
tijd gebruikt wordt als een soort van deportatie gebied voor Tutsi’s. Het gebied
is ingeklemd door rivieren en ontsnappen is zo goed als onmogelijk. Aan de rand
van het gebied, als een ring eromheen werden Hutu’s geplaatst. Tutsi’s konden
geen kant op. En al voor de genocide in 1994 wemelt het in dit gebied van de
zuiveringen. Die van 1994 was een excuus het op nog grotere schaal te doen.
Buiten de kerk van Nyamata ligt het graf van een Italiaanse
non. Zij durfde het aan de internationale gemeenschap in te lichten over de
wandaden. Ze moest het met de dood bekopen.
In de kerk van Nyamata ligt onderin het mausoleum een
eerbetoon aan een dame die symbool staat
voor de ontering van de Tutsi vrouw. Het is te gruwelijk voor woorden, maar ik
vind dat ik het verhaal moet vertellen. Deze vrouw werd door meerdere mannen
gruwelijk verkracht. Na deze barbaarse daad vonden de verkrachters nog een
manier de lijdensweg inhumaner en onterend te maken. Ze duwden een stok bij haar
genitaliën naar binnen en deze kwam er bij haar schouder weer uit. Ik krijg
bijna geen adem.
Deze tragiek wordt nog erger als je weet dat de vrouwen die
dit overleefd hebben veelal als ‘cadeau’ het aids virus meegekregen hebben.
Ik rij weer terug naar Kigali en krijg de beelden maar
moeizaam van mijn netvlies. Wat kan haat, media en macht doen met mensen. Bah,
bah, bah.
Ik ben me sinds mijn opleidingen van de afgelopen jaren
steeds meer bewust van de macht van media en de manier van (onvolledig, onjuist, richtinggevend)
informeren en zie de in Nederland ontstane stromingen op basis van haat met
gemengde gevoelens aan. Hopelijk kunnen mensen zien dat de ijsberg niet alleen
zichtbaar is boven het water maar er ook onder. (je moet alleen even duiken).
Woorden zijn iets anders dan daden en mensen zijn mensen,
geen beesten. Ze kunnen het wel worden. Onder invloed van woorden. Mensen zijn
bereid te doden en te sterven voor een geloof (in wat dan ook).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten