Vanuit de stad Butare, voorheen Huye, rijd ik richting het
westen, richting Congo.
Butare was vroeger de hoofdstad. Het is het intellectuele
centrum van Rwanda. Alle universiteiten zijn er gevestigd en dat zie je goed.
Veel jonge mensen, goed gekleed en vooral goed onderhouden straten en gebouwen.
Een rustige stad met grandeur.
Eigenlijk toen ik op reis ging vroegen velen of Rwanda wel
veilig is en het antwoord daarop is volmondig JA. Ik heb me nergens onveilig
gevoerd, de mensen zijn bijzonder aardig en je ziet veel politie en bewaking op
straat (met serieuze Kalashnikovs..).
In Kigale raak ik onder het genot van een pint aan de praat
met Tim, een gepensioneerde chirurg die wat werkt voor Artsen zonder grenzen.
Hij geeft aan, dat er op de weg naar Nyungwe National Park een indrukwekkend
memorial is gebouwd, het Murambi Memorial Centre. Hij zegt alleen maar: ' just take a look Robert, then you'll kow, it's impressive..'
Als ik het terrein op loop ziet het er al onheilspellend
uit door de onafgemaakte situatie. Een vriendelijke jonge dame verteld me alles wat hier gebeurd is. Ga maar
even zitten…
Op dit terrein, waar men bezig was met het bouwen van een
technische school waren zo’n 50.000 (!) Tutsi’s samengedreven in het waanidee dat
ze hier veilig zouden zijn. De groep werd omringd door Hutu’ s die met geweren
en granaten de menigte begon te vermoorden.
De mensen konden alleen met stenen teruggooien. Na de schietpartij
trokken de hutu milities met manchettes het terrein op om het karwei af te
maken.
De lijken bleven liggen van april tot juni 1994. In juni 1994 kwamen franse soldaten en deze hebben de lijken samen met de dorpsbewoners in
massagraven gegooid. Er werd een speelterrein voor kinderen bovenop gezet… De plaquette hieronder markeert de plaats. Heb jij dit ooit op TV gezien???
De
fransen gaven daarna opdracht alle gebouwen te reinigen (lees: was al het bloed van de
muur).
Als ik de lezing van de dame in kwestie mag geloven hebben
de fransen een nogal twijfelachtige rol in dit conflict gespeeld. Landelijk
door de milities te trainen die de genocide aanvoerden (tot op de dag van
vandaag ontkent de franse regering dit). Lokaal, volgens de bewoners, door het
helpen van het uitwissen van deze slachtplaats. Ze hebben het in hun opdracht moeten doen. De plek van de franse vlag is
gemarkeerd. Ik vergeet niet de walging van het gezicht van mijn gids als ze het
over de franse rol en franse regering heeft.
Nu komt het macabere deel van mijn ervaring. Niet alle lijken
in de massagraven konden door het ontbreken van voldoende zuurstof goed
ontbinden en werden een soort van gemummificeerd. Bij het opgraven jaren later
– om ze in respectabele massagraven te
leggen- werden deze lijken gevonden en verder geconserveerd.
Ik loop met de vriendelijke dame langs drie barakken vol met
deze mummies en mag naar binnen. Mijn adem wordt afgesneden. De lucht van de
ontbinding van spierweefsel die nog steeds aan de gang is dringt diep mijn hele
hebben en houwen in. Onbeschrijflijke taferelen. Kinderen in de armen van moeders, haar wat
nog op de schedels aanwezig is, de laatste schreeuw. Dit dringt binnen tot in
het diepste van mijn ziel. Barak na barak.
Toch wel het meest indrukwekkende beeld wat ik ooit in mijn leven gezien
heb.
Misschien moeten we mensen die (echte) vluchtelingen niet willen
binnenlaten maar eens op excursie moeten sturen. Ik weet nog wel een plek.
Uiteraard was fotograferen op deze macabere plaats verboden,
dus ik heb de plaatjes van de slachtoffers vanaf internet bijgevoegd.
Tja, en dan stap je weer op je motortje.
Ik zie het landschap langzaam veranderen omdat ik hoger kom.
Opeens zie ik de theestruiken, altijd aanwezig op hoogte. Prachtig altijd de
felgroene kleur, dramatisch het verhaal van de onderdrukte plukkers, vaak
vrouwen.
Ik rij even daarna het Nyungwe National Park in. Eindelijk een
stukje Rwanda zonder dat alle heuvels zijn volgebouwd met huizen en
akkerbouwgrond.
Ik denk dat Rwanda er altijd zo uitgezien heeft voordat de
mens het ging slopen.
Een geweldige rit volgt door een stuk prachtig oerwoud. Af
en toe een hese gil van een dier, een paar overstekende apen en die
onmiskenbare geur van het oerwoud (niet te beschrijven).
Enige menselijke is de weg waarop ik rijd en de klappen die
vanuit mijn uitlaat het oerwoud in schallen.
Ik geniet immens. Het onmenselijke beeld in min achterhoofd
leert me nogmaals dat je nu moet leven.
Alleen die geur…, die gaat echt nooit meer weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten